Op 19 september publiceerde De Telegraaf onderstaand artikel (foto ANP/HH):
Maandag nog stuitte de Douane op een bijzondere vondst op Schiphol. In een vracht uit Panama zaten vier joekels van ovens, met tussen de beplating tientallen kilo’s cocaïne. Geen megavangst, maar wel een die duidelijk maakt dat criminelen de luchthaven nog altijd als doorvoer gebruiken.
Deels hebben ze daarvoor insiders met een Schipholpas nodig. Alleen zij kunnen het beveiligde deel van de luchthaven op, en zo informatie doorspelen of zelfs actief meehelpen met het doorsluizen van drugs. De ronselproblematiek heeft dan ook al jaren de volle aandacht van autoriteiten. Alleen; de privacywet zit bij de aanpak in de weg, waarschuwt burgemeester Marianne Schuurmans van de gemeente Haarlemmermeer.
„Het kan zo zijn dat het OM iemand verdenkt van smokkelen, maar dat nog niet hard kan maken. Dat kan het OM dan niet delen met bijvoorbeeld KLM of de Schiphol Group. Hooguit dat er iets speelt. Maar niet met wie, want dat mag niet gedeeld worden. Dat zorgt voor onrust”, legt ze uit. Een directie gaat twijfelen aan haar werknemers. En wie zegt dat andere werknemers niet blootgesteld worden aan risico’s?
Onder de noemer Sterke Luchthaven werken publieke en private partijen inmiddels vijf jaar samen aan de aanpak van ondermijning op Schiphol Airport.
Andersom zit de wet eveneens in de weg; ook werkgevers mogen niet zomaar ingrijpen bij vermoedens van crimineel gedrag. „Je kan niet zomaar iemand schorsen. Wat betekent dat iemand een Schipholpas houdt, terwijl we sterk vermoeden dat diegene niet zuiver is.”